bij iemand die niets bezit kan ook een rechtmatige schuldeiser niets weghalen. De keizer wordt hier vermoedelijk genoemd met zinspeling op Matth. 12:21: „geeft den keizer wat des keizers is”; in het alg. slaat de uitdr. op hetgeen de overheid kan vorderen als belasting of heffing. Voorheen sprak men van de heer of de koning (GDS 85); bij Goedthals heet het: „daer niet en is schelt den bailliu de boete quyte” (blz. 34); in Prov. Comm. (n° 176): „daer niet en is daer en rijst niet” d.i. er valt niets af; rijzen had, en heeft nog in Z.-Nederl., ook de bet. van vallen. Vgl. voorts VI. 't is kwaad kammen daar geen haar is; men kan geen kei het vel af doen (Zuidndl.); men kan van een kikker geen veren plukken (Prov. Comm. tes teghen den bloten quaet haer te plocken”). Hd. wo nichts ist, hat derKaiser sein Recht verloren; Fr. ou il n’y a rien, le roi perd ses droits; Eng. where nought is to be got kings lose their scot; where nothing is, the king must lose his right.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk