hem vleien, Mnl. enen striken van den plumen naast enen plucken van den stove (van het stof); eig. iemand ontdoen van pluimpjes, veertjes, pluisjes, die op zijn kleren zitten; hem allerlei ongevraagde diensten bewijzen, nalopen, vleiend dienen, vleien; vgl. ook het Hd. einem die Federn lesen; Federleser en nicht viel Federlesens machen (niet veel complimenten maken). Ook enen pluumstriken, iemand de pluimen of pluizen van de kleren afstrijken, vleien was in de middeleeuwen reeds bekend, en komt in latere geschriften herhaalde malen voor. In Vlaanderen gebruikt men in deze zin een andere uitdr., waaraan dezelfde gedachte ten grondslag ligt, nl. iemand de mouw vagen, strijken of lekken, en noemt men een pluimstrijker een mouwvager, mouwstrijker (Belg. Fr. frotteur de manche). Vgl, ook het verouderde, thans nog in Zuid-Nederland en Zeeuws-Vlaanderen bekende, falievouwen, eig. iemands falie (mantel) mooi vouwen, plooien, en vandaar hem aangenaam zijn, hem vleien. Fr. gratter (l’épaule à quelqu’un); flagorner; chatouiller qqn.; pateliner; Hd. Federklauber, Pflaumenstreicher (beide verouderd); fuchsschwanzen; einem um den Bart gehen, die Ohren streichen; Eng. to wipe down; to fawn; to flatter; to wheedle.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk