hij heeft zich een meester getoond, hij is de baas gebleven, of: hij heeft het precies getroffen, in de roos geschoten. Ontleend aan het overoude volksvermaak van het vogelschieten of gaaischieten: het schieten met hand- of kruisboog, later met een handbus of snaphaan, naar een houten vogel op een hoge staak of mast. Hij die de vogel afschiet, wordt (schutter)koning en krijgt daarvoor een ereteken. De uitdr. in overdr. toepassing wordt reeds vermeld door Sartorius. In Z.-Nederl. zegt men
hij heeft de oppergaai (af)geschoten (waarbij gedacht moet worden aan een wedstrijd met meerdere vogels op verschillende hoogte), zowel in bonam partem (hij heeft een prachtige prestatie geleverd), als ironisch voor: hij heeft een geweldige bok geschoten, een flater begaan.
Gepubliceerd op 30-07-2020
Hij heeft de papegaai afgeschoten
betekenis & definitie