een twistziek persoon; een nijdas. Sinds ± 1700 bekend. Eig. een paard dat tengevolge van een slechte spijsvertering stuiptrekkingen heeft en daarbij in ruif en kribbe bijt. In Zuid-Nederland kan kribbebijter betekenen een mager, gierig mens (Hd. Krippenbeisser, een nijdig, twistziek, maar ook een oud en onbruikbaar mens; Eng. (verouderd) a crib-biter; ook a wind-sucker), en kent men een werkw. kribbijten, kribbebijten, armoe lijden, op een houtje moeten bijten; ook plagen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk