Gepubliceerd op 30-07-2020

De speelman zit nog op het dak

betekenis & definitie

gezegd van jonggetrouwde lieden die nog in de wittebroodsweken zijn; de eerste vreugde is nog niet geheel voorbij, de muzikanten bevinden zich als het ware nog op het dak (of zoals Tuinman 1, 96 zegt: op de zolder, en 2, 65: op den vloer). We lezen de uitdr. o.a. bij Van Effen, Speet. 5, 22: „Ik wilde myn Sofia zo vroeg, en terwijl de Speelman (gelyk men zegt) noch op het dak zat, geen verdriet aandoen”, terwijl ze in het begin van de 16de eeuw reeds in enigszins andere vorm voorkomt bij Everaert: „De speillieden (sitten) noch bachter duere” (bl. 207) en Cats zegt: „De speelman sit noch voor de deur”. In het Westvlaams (De Bo 1065a): „de speelman op het huis. Van de nieuwgehuwden zegt het volk dat de speelman bij hen eerst in den hoek van den heerd zit, vanwaar hij aldra verschuift tot op de zulle (drempel)
van de deur, en vandaar al verder voorttrekt op het dak van ’t huis, waar hij nog eenigen tijd verblijft, om dan eindelijk met den rook van de kave (schoorsteen) weg te vliegen.”

< >