Gepubliceerd op 30-07-2020

De smoor in hebben

betekenis & definitie

erg het land hebben, in een zeer slechte stemming zijn door een tegenvaller. Een jonge uitdr. (sedert ± 1900). Wellicht is smoor hier een verbaal abstractum bij smoren, met de bet.: gevoel van verstikking, van gesmoord-worden; de uitdr. zou dan niet op een lijn staan met de damp(en) in hebben (zie ald.). Ook wel de smoor aan iets hebben, er het land aan hebben. Eng. have (get) the hump.

< >