Gepubliceerd op 30-07-2020

De kap op de tuin hangen

betekenis & definitie

zijn beroep vaarwel zeggen; eig. gezegd van een monnik die zijn kap (mantel) op de tuin (omheining, haag, muur; vgl. omtuinen; Haarlemmer houttuinen; teertuinen (Amsterdsm)) van het klooster hangt en dit verlaat. Zuidndl. de kap over de haag smijten; Fr. jeter le froc aux orties, naast pendre l'épée au croc; rendre, dénouer son tablier; Hd. (etwas) an den Nagel hängen; Eng. to hang up one’s fiddle. Vgl. ook Zndl. iets aan den nagel hangen, ermee ophouden.

< >