Rb. 24-1-1968. Molentype waarvan, anders dan bij de standerdmolen en de wipmolen, alleen de kop of kap draaibaar is.
Bij een binnenkruier (kruien = naar de wind draaien) zit het kruimechaniek in de molenkap, bij een buitenkruier hangt het er aan een zgn. ‘staart’ achteraan.