[marnix van sint aldegonde had een smeekschrift opgesteld, om van filips ii vrijheid van godsdienst te verwerven. Dat smeekschrift werd door 400 Nederlanders, zoo edelen als burgers, kooplieden, handwerkers en boeren, door Roomschen en Onroomschen, geteekend. hendrik van brederode begaf zich daarmede, op den 5 April 1566, aan het hoofd van 300 edelen, naar de landvoogdesse margaretha te Brussel, om haar het verzoekschrift over te reiken. margaretha schrikte van zulk een tal, ofschoon men haar ongewapend naderde. Maar barlaimont stelde haar gerust, onder deze betuiging: het zijn maar Geuzen. De naam Geuzen, die bedelaars beteekent, werd sedert door de Spanjaarden als beschimping, maar door de Nederlanders als eernaam gebezigd. Van toen af ontstond het spreekwoord: Nog leven de Geuzen! waarmede men te kennen geeft, dat de onderdrukte partij haar voornemen niet opgeeft, en daartoe nog krachten bezit in den alles vermogenden wil].
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk