Gepubliceerd op 02-07-2025

Hij doet af en aan.

betekenis & definitie

[Men past deze spreekwijze toe op den persoon, die in zijne redeneringen telkens op het vorige terugkomt, en daardoor in gedurige herhalingen vervalt. „Het is,” zegt V. EIJK, „ontleend van een schip, ’t welk, alvorens de haven in te zeilen, om de gelegenheid, nu eens nadert, dan weder terugwijkt”].

< >