flauwvallen. Het beeld is naar het schijnt ontleend aan een vogel die (dood) van zijn stok in de kooi of ren valt.
Zuidndl. ook van zijn stek(ken) vallen, waarnaast van zijn stekken liggen, ziek zijn, waarin stekken blijkbaar benen betekent. De uitdr. is pas sinds de 19de e. bekend. Er zijn geen equivalenten in de moderne talen.