hetzelfde als haantje de voorste. Het is niet nodig voor de verklaring van deze uitdr. te denken aan de driftige natuur van de apostel Petrus, die nooit Pietje wordt genoemd; we hebben in Pietje niet anders te zien dan een gewone jongensnaam, evenals in een hele Piet, Piet Snot, Pietje Rechtuit, Pietje Vliegop, Piet Lui, Zwarte Piet, Pietje Pek (= Heintje Pik), Jan, Piet en Klaas (Jan en alleman), enz.
In Oud-Beierland spreekt men van een Fijchie (verkleinw. van Fya, Sophia) de voorste. Vgl. Hd. Hans Dampf in allen Gassen.