zeer jong en onervaren zijn, eigenlijk nog zijn als een pasgeboren wezen. Meestal wordt het gezegd, wanneer een kind praat over dingen die alleen grote mensen kunnen beoordelen; ook van jongelieden die vroeg huwen.
De uitdr. berust hierop dat de huid van ongeboren kinderen, evenals alle weefsel dat niet in rechtstreekse aanraking met de buitenlucht komt, vochtig is; na de geboorte wordt de huid harder en droger, maar waar nu huidplooien de werking van de lucht belemmeren, duurt dit proces langer dan elders, dus aan de liezen, aan de bilnaad en ook achter de oorschelpen. Die laatste plek valt het meest in het oog en gaf aanleiding tot de onderhavige zegswijze. In Z.-Nederl. nog groen achter de oren zijn; voorts dial. het wiegestro nog achter de oren hebben. Vgl. Fr. si on le pressait derrière les oreilles (of si on lui tordait le nez) il en sortirait encore du lait; Hd. noch nicht trocken (of noch nass) hinter den Ohren sein; Eng. he hasn’t got the hay-seed out of his hair yet; the cradle straws are scarce out of his breech.