hem met een praatje, een nietszeggend antwoord afschepen, hetzelfde als het vroeger gebruikelijke iemand met een zoet praatje af zetten. De verklaring van deze sinds de 17de e. bekende uitdr. is niet zeker, maar A.
P. de Bont heeft in N. Tg. 47 aannemelijk gemaakt dat zij oorspr. geheel letterlijk bedoeld is en dan doelt op de herders die met hun herdersschopje, gew. kloetschop genoemd, tot vermaak hun hond probeerden te laten zwemmen in de talrijke plassen of vennen door daarmee een kluitje aarde in het riet te gooien, waar de hond dan op af ging, en na een tijdje gezocht te hebben onverrichter zake terugkwam. De overdrachtelijke toepassing vloeit daar gemakkelijk uit voort. Er zijn geen equivalenten in de moderne talen.