gezegd om aan te duiden dat men iemand hogelijk vereert. In eig. zin: iemands dood lichaam of zijn hoofd in goud beslaan, om dat bijv. op een altaar te plaatsen en te vereren.
De oorspr. uitdr. komt in de 16de eeuw voor bij Marnix, Byenc. 48 r°: „Daerom is Meester Gentianus wel weerdt, datmen hem in Goudt beslae, ende op den Autaer sette", hl. om hem als een heilige te vereren; vgl. Reynaert II, 4827—29: „dunct hi u so goet, so claer, so setten op enen outaer ende doetten voor enen sant aenbeden”. In het Frans kent men in dezen zin il faudrait le brûler pour en avoir de la cendre; in het Hd. einen in Goldfassen.