hij heeft veel misdreven. Onder een kerfstok verstond men vroeger een stok of lat, waarin kerven of insnijdingen werden aangebracht; bepaaldelijk een stok die het „rekenboec”, het afrekeningsboek, „het boekje” vervangt bij personen die niet schtijven kunnen.
De betaling werd door een kerf of insnijding aangeduid, terwijl schuldeiser en schuldenaar elk een stok hadden, die tegelijk gekerfd werden en waarvan dus de insnijdingen nauwkeurig met elkander moesten overeenkomen, zodat vervalsing onmogelijk was. Veel op zijn kerfstok hebben wil dus eig. zeggen: veel schulden hebben, diep in de schuld zitten, doch wordt tegenwoordig alleen van zedelijke schulden gezegd; gewest, kent men zijn kerfstok is van ijzer (zodat men er niet in kerven kan), hij kan geen kwaad doen, hem wordt alles vergeven. Vgl. het 17de-eeuwse afkerven, afrekenen, en het gaat uit de kerf, het is te bar (vgl. n° 1445). Een herinnering aan de kerfstok bewaart de thans nog bekende uitdr. iets op de lat halen, op afrekening kopen, borgen; een lange lat hebben, veel schuld hebben. Hd. er hat viel auf dem Kerbholz; Eng. he has a great score; he has a great deal to answer; Fr. avoir quelque chose a son passif; avoir bien des choses sur son compte.