Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

Het zijn niet allen koks die lange messen dragen

betekenis & definitie

uit de aanwezigheid van een enkel kenmerk mag men nog niet besluiten dat de drager werkelijk thuishoort in de categorie waarvan dit kenmerk een attribuut is; het uiterlijk bewijst weinig; het pronken met zekere uiterlijke sieraden van zekere rang of waardigheid bewijst nog niet dat men werkelijk gerechtigd is die te bekleden. Een oud en alg. sprw. met vele varianten, waarvan sommige reeds in het Grieks en Latijn voorkomen (o.a. non omnes qui habent citharam sunt citharoedi); in het Ndl. reeds bij Everaert, ook in GDS.

Varianten: „ten sijn niet al Doctoren, die roode bonetten draeghen” ( GDS 117); „ten sijn niet al iaghers die horen blasen” (Prov. Comm. 649; evenzo in het Hd. en Eng.); „ten sijn niet alle papen die cruyne draghen” {Prov. Comm. 625). Enigszins anders, met gedachte aan geveinsdheid: „zi en slapen niet alle die snuuen”; „zy en sijn niet alle sieck die stenen”; „zy en sijn niet alle heylich die gheerne ter kerken gaen” (Prov. Comm. 790—792).

< >