in de biecht geen absolutie krijgen, t.w. wanneer de biechteling zulke ernstige dingen zegt of zich zo weinig eerbiedig toont, dat uitstel of ernstig nadenken volstrekt noodzakelijk geacht moet worden; de priester schuift dan een plankje als afsluiting voor de getraliede opening, waardoor hij tot de biechteling spreekt. Vand. in het alg. voor: geen gehoor, nul op het rekest krijgen.
In Zuid-Nederland: het schuifken, het vensterken, het deurken, de plank geven (krijgen). Vgl. Fr. donner la planche.