het zijn dwaze, nietswaardige praatjes, waarmee men iemand voor de gek houdt of zoekt te misleiden; bedrieglijke zotternij; men zegt ook apekool verkopen, opdissen. In het Zaans en Noordhollands verstaat men onder apekool schelvis van slechte hoedanigheid, die daarom gerookt wordt, en men heeft daarom wel gedacht dat apekool een verbastering is van Westvl. apekalle, ben. voor een minderwaardige vissoort; door de onwillekeurige bijgedachte aan aap en kool heeft het woord dan zijn huidige bet. gekregen.
Zie ook nr. 567. Fr. des fadaises; des sottises; Hd. Firlefanz; Eng. that’s all fiddlesticks; all fiddle-faddle; vegetables.