het gaat hem goed in stoffelijke zin, hij is voorspoedig. Vlees is in bijbeltaal een oude en veel gebruikte aanduiding van de lichamelijke, stoffelijke, creatuurlijke mens, ook in de verb. vlees en bloed („Dat vleesch ende bloet dat rijke Goods niet en kunnen beerven”, Liesv.
Bijbel 1 Cor. 15 F [1526]). Naar het vlees of den vlese betekent oorspr.: naar het lichaam; vervolgens: naar, op de wijze van de wereldlijke of wereldsgezinde mens; het huidige gebruik is daarvan een pregnante toepassing. Er zijn geen exacte equivalenten in de moderne talen.