weldaden bewijzen aan iemand die ze met snode ondank vergelden zal. Deze uitdr. is ontleend aan fabel 97 van Aesopus (vgl. de Mnl.
Esopet n° 10). Evenzo zegt men in het Fr. nourrir un serpent dans son sein; Hd. eine Natter, eine Schlange am Busen, an seiner Brust hegen, nahren; Eng. to cherish a snake, a serpent (to nourish a viper) in one’s bosom. Vgl. Piet Paaltjens in zijn Snikken en Grimlachjes, bl. 40:„Ha!” dus riep hij verwoed, ,,’k Heb een addergebroed, Neen, erger, een draak aan mijn borst hier!” En hij sloeg op zijn jas, En hij trapte in een plas;
’t Spattend slik had zijn boordje bemorst schier.