men kan niet altijd met inspannende arbeid bezig zijn, inspanning moet door ontspanning afgewisseld worden, anders is overspanning of verslapping het gevolg. De uitdr. komt reeds in het Latijn voor: cito rumpes arcum, semper si tensum habueris (Phaedrus, Fab. 3, 14, 10) en de gedachte ook in het Gr. (Herodotus 2, 173).
In Prov. Comm. in de vorm „alsmen de boghe te wijde spant so berst hi gaerne” (n° 104); in de huidige vorm bij Anna Bijns, N. Ref. I als stok. Vgl. Fr. l’arc ne peut pas toujours être tendu; Hd. der Bogen will nicht immer zu gespannt stehen; Eng. a bow long bent at last waxes weak.