Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

De baan of zich baan breken

betekenis & definitie

fig. uitdr. voor: op het terrein der wetenschap of op maatschappelijk gebied nieuwe wegen openen, waarlangs anderen kunnen volgen. Deze uitdrukking is gevolgd naar het Duitse eine Bahn —, sich Bahn brechen, eig. gezegd van een weg die men gebaand heeft door een rotsachtige landstreek, die tot nu toe ontoegankelijk was; men heeft dan rotsen en andere hindernissen weggebroken en is er zo in geslaagd een doortocht te verkrijgen.

Hij die aldus een weg vrijmaakt wordt een baanbreker (Fr. pionnier, Hd. Bahnbrecher; Eng. pioneer) genoemd. Vgl. se faire jour (van denkbeelden); se frayer un chemin; Eng. to pave the way.

< >