Slecht, verdorven. Toen Christus werd gevraagd een maanzieke jongeling te genezen, antwoordde Hij:
O, ongelovig en verkeerd geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn? Hoelang zal Ik u nog verdragen? Breng hem Mij hier (Mat. 17:17). Verderfelijk hebben tegen Hem gehandeld, die zijn zonen niet zijn, maar een schandvlek, een verkeerd en vals geslacht (Deut. 32:5).
Vgl. Deut. 32:20, Luc. 9:41, Hand. 2:40 en Fil. 2:15.