Geheim, mysterie.
De verborgenheid waarnaar de koning vraagt, kunnen geen wijzen, bezweerders, geleerden of waarzeggers de koning te kennen geven. Maar er is een God in de hemel, die verborgenheden openbaart; Hij heeft de koning Nebukadnessar bekendgemaakt wat in toekomende dagen geschieden zal (Dan. 2:27-28).
In CV en WV: ‘Het geheim waarnaar de koning vraagt’. Vgl. Dan. 4:9 en SV, Ps. 25:14, Am. 3:7, Mat. 13:11, Ef. 3:3 en 1 Tim. 3:9.