Trouw zolang men leeft. Zo sprak Ruth tot Noömi, toen deze haar schoondochters, weduwe geworden, de raad gaf terug te keren tot hun land en volk: ...voorwaar, de dood alleen zal scheiding maken tussen mij en u (Ruth 1:17).
In het NT komt getrouw tot de dood lett. voor, met de betekenis: getrouw, al moet (voor de zaak van Christus) de dood worden ondergaan.
Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens (Op. 2:10).