Het is een slimmerd, hij weet zich overal uit te redden. Misschien gevormd naar de volgende tekst, waarin sprake is van de goddelozen onder het Israëlitische volk:
...alzóó zijn hunne huizen vol bedrog: daarom zijn zij groot en rijk geworden, zij zijn vet, zij zijn glad, zelfs de daden der boozen gaan zij te boven (SV, Jer. 5: 27-28).
NV: ‘zij zijn vet en glanzend’, in de katholieke vertalingen: ‘ze glimmen van (het) vet’.
Vgl. Spr. 5:3 en 26:28.