Een liefdadige vrouw. Naam gegeven aan christelijke vrouwenverenigingen (Dorcas) die zich vooral bezighouden met het vervaardigen van kleding voor behoeftigen (zie Hand. 9:39) en aan andere liefdadige instellingen.
En er was te Joppe een discipelin, genaamd Tabita, hetgeen, vertaald, betekent Dorkas. Deze was overvloedig in goede werken en aalmoezen, die zij gaf (Hand. 9:36).
(Tabita, Aramees = gazelle; Gr. = dorkas).