Een (voortdurende) ergernis. Betreffende de inbezitneming van het land Kanaän sprak de HERE tot Mozes:
Maar indien gij de bewoners van het land voor uw aangezicht niet verdrijft, dan zullen degenen die gij van hen over laat, tot dorens in uw ogen en tot prikkels in uw zijden zijn (Num. 33:55).
Vgl. Joz. 23:13.