de tijd zo nuttig mogelijk besteden. Uit de vermaningen van Paulus:
Ziet dan hoe gij voorzichtiglijk wandelt, niet als onwijzen maar als wijzen, den tijd uitkoopende, dewijl de dagen boos zijn (SV, Ef. 5:15-16).
NV: ‘u de gelegenheid ten nutte makende’. CV en WV spreken van het benutten van de gunstige gelegenheid. Vgl. Kol. 4:5.
trachten tijd te winnen. Koning Nebukadnessar tot de droomuitleggers:
Ik weet vastelijk, dat gijlieden den tijd uitkoopt, dewijl gij ziet, dat de zaak mij ontgaan is (SV, Dan. 2: 8).
In de NV: ‘dat gij tijd zoekt te winnen’.