Zijn leven beteren, niet meer zondigen. De oude Adam, de oude mens, de geneigdheid tot zonde en kwaad. Zie ook onder ‘mens’.
Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, geilijk dit de waarheid is in Jezus, dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten (Ef. 4:21-22).
Vgl. Kol. 3:9-10.
Opm.: in verband met het bovenstaande kennen we ook de uitdrukking de oude Adam komt weer hoven, hij vervalt weer in zijn oude zonde.