Spreekwoordelijk Nederlands

Jan Meulendijks & Bart Schuil (1998)

Gepubliceerd op 15-04-2021

Spreekwoorden en uitdrukkingen met gisteren

betekenis & definitie

Als je mij gister gewonnen had, dan had ik je vandaag gediend.

Dat heugt me nog als de dag van gisteren.

Dat is niet van vandaag of gisteren.

Had je me gisteren gehuurd, dan was ik vandaag je knecht geweest.

Niet van gisteren zijn.

< >