Hij zit voor de mast
Hij heeft te veel eten opgescheptDaar zit wat voor je op
Er is je iets (onaangenaams) te wachtenHij zit erbij voor spek en bonen
Hij bevindt zich in een gezelschap, maar niemand bemoeit zich met hemEr zit nog een bagijntje voor te bidden
Het kan nog lang durenHet zit er niet zo breed voor als Willemstad
Men bezit er weinigDaar zit weer voor twee-en-een-halve cent
Een ‘twee-en-een-halve-centstuk’ was tot kort na de Tweede Wereldoorlog een in omloop zijnd geldstuk, algemeen bekend als ‘vierduitstuk’. Overdrachtelijk bedoelt men met de uitdrukking: daar hangen we...Lees meer