Zich uit de naad sjouwen
‘Naad’ zal hier wel bedoeld zijn als ‘plooi’ in de zin van: gewone doen, fatsoen. ‘Sjouwen’ is van oorsprong Fries (in Hindeloopen: seeuwen), vroeger voor het door de zee naar de schepen dragen van het benodigde, en derhalve een afleiding van: zee. Men gebruikt het woord nu algemeen in de betekenis van: langdurige en vermoeiende (gedwongen) wandelingen maken voor een of ander doel. De uitdrukking wil dus zo veel zeggen als: zo lang lopen, tot men geheel uit de gewone plooi is (bezweet, doodmoe, verwaaid enz.)