Spreekwoorden en gezegden met 'zet-neer'

Zet de kan neer en neem de leer

Wordt gezegd als aansporing tot iemand die zegt iets niet te kunnen om het dan te leren

strijk en zet

dat gebeurt strijken zet: dat gebeurt heel vaak

Voor deze uitdrukking zijn ook al weer verschillende verklaringen. Sommigen willen verband leggen met het dobbelspel: strijk de ingezette som op en zet opnieuw weer in. Anderen leggen verband met het ...
Lees meer

Een handige zet

Soms gemeend, soms ironisch, in het laatste geval wanneer men juist onhandig is geweest. Ook hier houdt de ‘zet’ verband met het dam- of schaakspel, doch wordt overdrachtelijk bedoeld voor: handeling

Een meesterlijke zet

Ongeveer hetzelfde als de beide voorgaande

Een politieke zet

Ongeveer hetzelfde als de drie voorgaande, doch dan met een verdacht tintje, omdat de politiek nu eenmaal niet in een te beste reuk staat

Hij zit in de neer

Alles zit hem tegen

Hij heeft de lepel neer gelegd

Hij is gestorven

Hij zit bij de pakken neer

Hij is moedeloos

Hij heeft de wapens neer gelegd

Hij heeft de strijd opgegeven

Alles komt op mijn hoofd neer

Ik krijg van alles de schuld

Hij is in de neer geraakt

Het loopt hem tegen

Wie hoog klimt komt laag neer

Wie te hoog klimt, zich verheft, zal des te dieper vallen. Ongeveer hetzelfde als: hoogmoed komt voor de val. Eigenlijk is de bedoeling minder een waarschuwing om niet te hoog (op de maatschappelijke ...
Lees meer

Laag neer zien op iemand (iets)

Iets of iemand niet tellen, achten; geen hoge dunk van iemand of iets hebben

Iemand een zet geven

Iemand in bedekte termen iets zeggen wat hij niet prettig vindt

Die zet is jou

Hetzelfde als: die slag is jou. Ontleend aan het dam- of schaakspel. Gezegd wanneer er een snedige opmerking is gemaakt, een opmerking ad rem

Zet de deuren open

Dat is een leugen

Dat komt goed op zijn poten neer

Dat loopt nog goed af

Iemand als een dolle hond neer schieten

Behoeft geen nadere toelichting

Menen zet geen paard vast

De mening staat dikwijls ver van de praktijk af