Wel de splinter in eens anders oog zien, maar niet de balk in eigen ogen
Ontleend aan Matth. 7 : 3-5, waar Jezus zegt: 'En wat ziet gij de splinter, die in het oog uws broeders is, maar de balk, die in uw oog is, merkt gij niet. Of, hoe zult gij tot uw broeder zeggen: 'Laat toe, dat ik de splinter uit uw oog uitdoe, en zie, er is een balk in uw oog? Gij, geveinsde! werpt eerst de balk uit uw oog, en dan zult gij bezien, om de splinter uit uws broeders oog uit te doen’. De uitdrukking bedoelt: men heeft van alles aan te merken op de kleine gebreken van anderen, maar eigen groter gebreken ziet men voorbij. Onder de vele duistere beelden van de bijbel, die het toch gebracht hebben tot een wereldpopulariteit, is dit er een. Het spreekwoord bestaat nog steeds in het Arabische oosten. Maar daar noemt men een bron of waterput figuurlijk en zeer treffend: het oog van de woestijn. En zo wordt dit beeld plotseling duidelijk: de Arabier ziet wel een klein stukje hout - met gevaar van waterbederf door verrotting - in de bron van een ander, maar niet het grote stuk in eigen put. Vgl. Horatius, Satirae (I, 3, 25 e.v.): ‘Cum tua pervidens oculis mala lippus inunctis. Cur in amicorum vitiis tam cernis acutum?’, d.i.: waarom zien uw ogen bij de gebreken van uw vrienden zo scherp, terwijl ge uw eigen tekortkomingen ziet als met gezalfde (zieke) ogen? En verder in 1, 3, 73: ‘Qui ne tuberibus propriis offendat amicum postulat, ignoscet verrucis illius’, d.i.: wilt ge niet, dat men zich aan uw balk ergert, zo moet ge niet smadelijk spreken over de splinter in het oog van uw vriend