Macte virtute!

Zij geprezen om uw deugd!

Mea virtute me involvo

Ik hul me in de mantel der deugd

Nihil est virtute amabilius

Niets is meer beminnelijk dan de deugd

Divitiis homines an sint virtute beati?

Maakt rijkdom de mens gelukkig, of is het de deugd?

Non habet commercium cum virtute voluptas

Lust heeft met deugd niets gemeen

Genetrix virtutem frugalitas

Maathouden is de moeder van alle deugden

Virtutem incolumem odimus

Volkomen braafheid haten wij

Qui per virtutem peritat, non interit

Wie in deugd ondergaat, gaat niet te gronde

Fortuna, ut saepe alias, virtutem est secuta

Het geluk was, zoals al zo vaak, met de dapperen