Een goede gevel versiert zijn huis

Hij heeft een grote neus

Een mooie gevel siert het huis

Schertsende uitdrukking voor iemand met een grote neus. De neus wordt dan met de gevel van een huis vergeleken

het vijfde rad aan de wagen zijn

in dat gezelschap voelt hij zich als het vijfde rad aan de wagen: hij merkt dat de anderen het best zonder hem kunnen stellen, hij voelt dat hij over en te veel is.

Dat is het vijfde wiel aan de wagen

Dat is geheel overbodig

Dat is het vijfde wiel aan de wagen

Dat is geheel overbodig

Hij is het vijfde wiel aan de wagen

Hij is te veel in dat gezelschap

Die gaarne zijn huis verkoopt, versiert zijn gevel

Of: Die zijn huis verkopen wil, schildert dikwijls de gevel

Die gaarne zijn huis verkoopt, versiert zijn gevel

Een meisje dat gaarne trouwen wil, besteedt veel zorg aan haar uiterlijk

Die gaarne zijn huis verkoopt, versiert zijn gevel

Een meisje, dat gaarne trouwen wil, besteedt veel zorg aan haar uiterlijk

Die gaarne zijn huis verkoopt, versiert zijn gevel

Ook: Die zijn huis verkopen wil, schildert dikwijls de gevel

Een goede (of: schone) gevel versiert het huis

Wordt schertsend gezegd van iemand, die een grote neus heeft

Een goede (of: schone) gevel versiert het huis

Wordt schertsend gezegd van iemand die een grote neus heeft

Hij is het vijfde rad aan de wagen

Hij is overtollig, te veel, hinderlijk

Hij heeft een fikse gevel voor zijn huis

Hij heeft een grote neus

Het vijfde wiel (rad) aan de wagen zijn

Ontleend aan Herbert von Fritzlars Liet von Troye (83): ‘se zele man mich zem fünften Rade’. De bedoeling is: overcompleet, te veel zijn. Vgl. de Brune (281)

Die geerne zijn huis verkoopt, versiert zijn gevel

Een trouwlustig meisje besteedt veel zorg aan haar uiterlijk

Hij wordt er geteld gelijk ’t vijfde wiel aan de wagen

Hij wordt er voor niets geteld