Superbientem anumus prosternit

Hoogmoed wordt gevolgd door vijandigheid

Superbientem anumus prosternit

Vgl.: Hoogmoed komt voor de val

Sunt superis sua iura

De góden hebben hun eigen recht

Vicit et superos amor

Liefde heeft zelfs góden overwonnen

Cito ignominia fit superbi gloria

Voor hoogmoedigen verandert roem snel in schande

Cito ignominia fit superbi gloria

Hoogmoed komt voor de val

Necessitatem ne dii quidem superant

Zelfs de góden worden geen baas over het lot

Salus publica suprema lex esto!

De welvaart van de staat, moet de belangrijkste wet zijn!

Ne, sutor, supra crepidam!

Schoenmaker, verhef je niet boven je sandaal

Ne, sutor, supra crepidam!

Schoenmaker, houd je bij je leest

Ceasar non supra grammaticos

Ceasar moet zich ook onderwerpen aan de wetten van de grammatica

Iter ad superos gloria pandet

Roem opent de weg naar de eeuwigheid (hemelpoort)

Omne supervacuum pleno de pectore manat

Al wat overvloedig is, stroomt uit het volle hart

Omne supervacuum pleno de pectore manat

Waar het hart vol van is, stroomt de mond van over

Omne supervacuum pleno de pectore manat

Omne trinum perfectum

Omne supervacuum pleno de pectore manat

Alle goede dingen bestaan uit drie

Omne supervacuum pleno de pectore manat

Omnia ad manus succedunt

Omne supervacuum pleno de pectore manat

Alles volgt elkaar aan de hand

Omne supervacuum pleno de pectore manat

Vgl.: Alles aan een touwtje hebben

Sequitur superbos ultor a tergo deus

De hoogmoedigen worden achtervolgd door de goddelijke wraak

Sequitur superbos ultor a tergo deus

Vgl.: Hoogmoed komt voor de val

Hic supremus felicitati eius cumulus accessit

Dit was een kroon op zijn geluk

Impia nulla diu gens superesse potest

Een goddeloos volk kan niet lang overleven

Iracundiam qui vincit, hostem superat maximum

Wie de drift overwint, verslaat de grootste vijand

Multa cadunt inter calicem supremaque labra

Er valt veel in het niets tussen de rand van de kelk en de lippen

Multa cadunt inter calicem supremaque labra

Vgl.: Prijs de dag niet, voor het avond is

Quod supra nos, nihil ad nos!

Wat boven ons is, is niet bestemd voor ons!

Pro superi, quantum mortalia pectora caecae noctis habent

O gij góden, wat een duisternis heerst in de sterfelijke geest

Dici beatus ante obitum nemo supremaque funera debet

Gelukkig mag men niemand noemen, voordat hij dood en begraven is