Op de eerste april stuurt men de gekken waar men wil

Gezegd n.a.v. een aprilgrap, die er vooral in bestaat iemand om een dwaze boodschap te sturen: (op school) de ellipspasser halen, de plafondschaar, een rond vierkant

Op de eerste april stuurt men de gekken waar men wil

Op 1 april probeert men de mensen beet te nemen

Op de eerste april, stuurt men de gekken waarheen men wil

Er zijn weinig zegswijzen zó algemeen verbreid als deze. De Duitsers hebben hun ‘Am ersten April - schickt man die Narren wohin man wilT, de Engelsen ‘On the first day of April - hunt the gawk another...
Lees meer

Hij stuurt zijn kat

Wordt gezegd van iemand, die men tevergeefs wacht, en past het vooral toe op de persoon, die lang wacht om een achterstallige rekening te betalen

Zo de jonkheid stuurt de Staat: - zie, dat hij ten onder gaat

Een te jonge regeerder is funest voor een land. Vgl. Pred. 10:16: ‘Wee U, land, welks koning een kind is’

Waar de duivel een boodschap heeft, daar stuurt hij een oud wijf heen

Het geklets van oude vrouwen heeft al heel wat narigheid veroorzaakt

Men stuurt een kat naar Engeland en ze zegt miauw, als ze weer thuiskomt

Iemand die voor zijn taak niet berekend is, keert onverrichterzake terug

Op is op

Waar geen geld meer is, valt ook niets meer te halen

op stang

iemand op(de) stang rijden (jagen).niemand nauwkeurig in de gaten houden, iemand steeds controleren.

Kop op!

Houd er de moed maar in, niet gebukt gaan onder de zorgen of tegenslagen

Er op slaan lijk op een kafzak

Er flink op slaan

Ergens op parasiteren (ook: op iemand parasiteren)

‘Parasiteren’, van Gr.: para, tegen, dichtbij, naast, en: sitos, spijs. Eigenlijk: mede-eten. Men bedoelt met de uitdrukking leven ten koste van iemand of op iemands kosten

Op is op en weg is weg

Wordt - veelal tegen kinderen - gezegd wanneer er geen geld meer is om iets te kopen, of wanneer iets op is. Vgl. Plautus, Cistellaria (4, 2, 36): ‘Quod periit, periit’, d.i.: wat weg is is weg

Op zandgrond bouwen

Op losse grondslag, iets ondernemen, ijdele verwachtingen koesteren

Op zandgrond bouwen

Zich op iemand verlaten die later onbetrouwbaar blijkt te zijn

op dreef zijn

het elftal was vanmiddag goed op dreef: het elftal speelde erg goed.

op heterdaad betrappen

de inbreker werd op heterdaad betrapt: hij werd gepakt terwijl hij met de inbraak bezig was.

op poten staan

die brief staat op poten: er staat precies in wat er gebeuren moet, er wordt niet om de vragen en de problemen heen gepraat.

op zijn quivive

[kie-’vie-v] → op zijn hoede zijn.

op rotsen ploegen

ik zal niet meer proberen hem over te halen, want dat is ploegen op rotsen: dat is vergeefse moeite.

op rozen zitten

hij zit op rozen: hij is erg gelukkig, hij heeft geen problemen.

op sleeptouw nemen

we nemen hem op sleeptouw: we beloven hem steeds mooie dingen, maar we voeren ze nooit uit.
toon meer resultaten