De zaak stond op springen
De zaak stond aan de rand van het faillissementHij stond op zijn achterste poten
Hij was woedendHet water stond bij hem op de dijk
Hij had de tranen in de ogenHij stond paf
Hij was zeer verbaasdMijn hart stond stil
Uitdrukking van hevige schrik; tijdelijk houdt het hart op te kloppenHij stond voor Piet Snot
Hij stond er verlegen bijToen stond de spreker stil
Toen wist hij plotseling niet meer wat hij moest zeggenHij stond in de tocht
Hij stond voor gekHij stond aan de grond genageld
Hij was heel erg geschrokkenAl stond de onderste steen boven
Al zou er ook alles mede gemoeid zijnHier stond (zweeg) de spreker stil
Spottenderwijs gezegd van of tot iemand, die niet verder voort kan, hetzij met redeneren, toosten, hetzij met aftroeven in het kaartspel e.d. Ontleend aan Tollens Tafereel der overwintering op Nova Ze...Lees meer