Hij stond paf
Hij was zeer verbaasdAlles stond op stelten
Alles was in de warMijn hart stond stil
Uitdrukking van hevige schrik; tijdelijk houdt het hart op te kloppenHij stond voor Piet Snot
Hij stond er verlegen bijToen stond de spreker stil
Toen wist hij plotseling niet meer wat hij moest zeggenDe zaak stond op springen
De zaak stond aan de rand van het faillissementHij stond in de tocht
Hij stond voor gekHij stond aan de grond genageld
Hij was heel erg geschrokkenHij stond op zijn achterste poten
Hij was woedendAl stond de onderste steen boven
Al zou er ook alles mede gemoeid zijnHier stond (zweeg) de spreker stil
Spottenderwijs gezegd van of tot iemand, die niet verder voort kan, hetzij met redeneren, toosten, hetzij met aftroeven in het kaartspel e.d. Ontleend aan Tollens Tafereel der overwintering op Nova Ze...Lees meer