Ipse semet canit

Hij zingt over zichzelf Vgl.: Eigen roem stinkt

Alii sementem faciunt, alii metent

De ene zaait, de andere zal oogsten

Ut sementem feceris, ita metes

Wie onkruid zaait, zal het oogsten

Ut sementem feceris, ita metes

Vgl.: Wie wind zaait, zal storm oogsten

Semel emissum volat inrevocabile verbum

Eenmaal gesproken, vliegt het woord onstuitbaar verder

Fortuna obesse nulli contenta est semel

Het noodlot is niet tevreden als het iemand slechts een keer treft

Fortuna obesse nulli contenta est semel

Een ongeluk komt zelden alleen

Cui nolis saepe irasci, irascaris semel!

Wie u niet dikwijls kwaad wenst te maken, maak hem eenmaal kwaad

Et semel emissum volat irrevocabile verbum

Eenmaal bevrijd, vliegt het woord onherroepelijk voort

Qui semel scurra, nunquam pater familias

Wie eenmaal een nietsnut is, zal nooit een goed huisvader worden

Infectum nemo reddet, quod fugiens semel hora vexit

Niemand maakt ongedaan, wat de voortvliedende tijd met zich gevoerd heeft

Ubi semel quis peieraverit, ei credere postea non oportet

Wanneer iemand een keer een meineed gezworen heeft, mag men hem nooit weer vertrouwen

Ubi semel quis peieraverit, ei credere postea non oportet

Vgl.: Wie eens steelt, is altijd een dief