Seffens te peerd zijn

Gauw boos zijn

Zuchten gelijk een peerd

Zwaar zuchten

Daar is het peerd gebonden

Daar begint de moeilijkheid

Tanden hebben gelijk een peerd

Sterke tanden hebben

Hy waer een goed trompetters peerd

Hy is van gheen gherucht verveert

Een adem hebben gelijk een peerd

Een sterke, krachtige adem(haling) hebben

Een gebit hebben gelijk een peerd

Een sterk of groot gebit hebben

't Goed peerd wordt op stal bezocht

En thuis verkocht

Dom zijn gelijk het peerd van Christus

Erg dom zijn

Beter een blind peerd dan een ledige halster

Beter wat dan niets

Dat zou ik voor geen gouden peerd willen

Dat zou ik voor geen geld ter wereld willen

Die tot geen peerd geboren is, moet ezel sterven

Domme mensen blijven dom

Het is verloren gefloten, als het peerd niet pissen wil

Volkstaal

Het is beter de bakkers te peerd als de dokters

Beter gezonde klanten van de bakker dan dat de dokters veel verdienen

Beschaamd zijn gelijk een peerd dat zijn kerre omgeworpen heeft

Zich doodschamen

Dat peerd komt van de kuiper, zijne banden liggen bloot

Zo mager is het (hij)

Op de magerste peerden bijten de dazen

Arme mensen worden het meest verdrukt

Het is te laat de stal gesloten als het peerd gestolen is

Als het kalf verdronken is dempt men de put

Peerden vallen ook, al hebben ze vier poten

De beste maakt wel eens een fout

Het is bij hem eerder op, dan dat een peerd zijne ore lekte

Vlug gegeten hebben
toon meer resultaten