Overal ‘ja en amen’ op zeggen
‘Amen’, Hebr. voor: zo zij het, waarlijk. Slotwoord van liturgische en private gebeden. De uitdrukking wil zeggen: alles bevestigen, nooit tegenspreken; eigenlijk: willoos of zonder eigen mening alles toestemmen. ‘Jij zegt maar overal ja en amen op; zeg nu ook eens hoe je er zelf over denkt’. Vermoedelijk ontleend aan 2 Cor. 1 : 20: ‘Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja en in Hem amen, Gode tot heerlijkheid door ons’. Zie voorts Deut. 27 : 15-26 en Openb. 22 : 20