Opgejaagd worden als een stuk wild

Behoeft geen nadere toelichting

Adellijk wild

Onder ‘wild’ is hier: wildbraad te verstaan. 'Adellijk’ is van het oude woord ‘adel’ (Vlaams: aal), dat zoveel als: stalvocht, mestnat betekent. De uitdrukking wil dus zeggen: wild, dat tot bederf beg...
Lees meer

Wild worden

Hevig verontwaardigd worden

Een wild-vreemde

Vermoedelijk is hier de bijgedachte van ‘wilde’, dwz. barbaar, een uit de binnenlanden

Ergens wild van (op) zijn

Er bijzonder veel van houden, er buitengewoon van gecharmeerd zijn

Een gestadig jager vangt het wild

De aanhouder wint

Een gestadig jager vangt het wild

Wie volhardt, bereikt zijn doel

Wild haar in de neus hebben

Moeilijk te regeren zijn

Zijn pijlen in ’t wild verschieten

Zijn krachten verspillen

Alles loopt er in het wild

Alles gaat er verward, ongeregeld toe; zijn zaken gaan achteruit

Men moet het wild niet overjagen

Men moet niet alles willen hebben. Hetzelfde als bijv.: een goede herder scheert zijn schapen, maar hij vilt ze niet

De gestadige jager vangt het wild

Volharding leidt tot het doel. Vgl. de Du. zegswijze: ‘Wer oft schiesst trifft endlich’, d.i.: wie veel schiet treft ten slotte doel

Een wild haar in de neus hebben

Dartel, overmoedig, loszinnig zijn; moeilijk te regeren zijn

Een wild paard kan men geen veld weigeren

Ga doldriftige mensen uit de weg, zo missen zij bij u hun doel

Zich een aap, beroerte, bult, dood, wild enz. schrikken

‘Schrikken’ betekende oorspronkelijk: springen. Vgl. Du.:Heuschrecke, sprinkhaan. De betekenis komt eveneens voor in ‘schrikkeljaar’. Vgl. de Reinaert (77)

Als de jager blaast, is er wild op ’t spoor

Als ervaren mensen u waarschuwen, is het niet zonder reden

Men maakt geen hertslederen broek van de huid van een wild varken

Men kan het onmogelijke niet doen