De ‘pit’ is hier de lamp in het hokje van de souffleur. Vandaar: op de souffleur spelen (voor een toneelspeler die niet helemaal rolvast is). Overigens ook figuurlijk voor: klaplopen. Dit zou dan slaan op het vragen van voorschot door acteurs, die daarvoor terecht moesten in een spaarzaam verlicht kantoortje van de Amsterdamse Stadsschouwburg