Op de fles gaan (zijn)

Of - zoals men voor de variatie ook wel zegt: op de flacon gaan (zijn). De herkomst van deze zegswijze is niet met zekerheid aan te wijzen. Mogelijk houdt ‘fles’ verband met It. fiasco dat: niet slagen, geen succes hebben, betekent. Volgens anderen zou deze zegswijze inderdaad uit het It. tot ons zijn gekomen, doch dan op de volgende wijze: de fabrieken van fijn glas (Venetië was erom beroemd) gingen ‘op de fles’, zodra zij zich bezighielden met het blazen van alledaagse flessen in plaats van allerlei fijn kristalwerk

Op de fles gaan (zijn)

Dr. Stoett brengt de uitdrukking in verband met het Antwerps, waar men spreekt van: op de fles staan (liggen, zijn) voor een zieke, die opgegeven is en nog alleen kan eten en drinken uit een fles en dus reddeloos verloren is. Weer een ander beweert dat het hier gaat om de vergelijking met een vat, dat ‘op flessen getrokken is’, dwz. er is niet veel meer uit te halen. Ten slotte bestaat er nog een uitleg, als zou het deponeren van een fles met berichten omtrent een in nood verkerend schip, of de toestand waarin schipbreukelingen verkeren, aanleiding tot deze uitdrukking hebben gegeven

Op de fles gaan (zijn)

De uitdrukking bedoelt: failliet gaan of zijn