Spreekwoorden en gezegden met 'om-de-week'

Het snoepje van de week

Een wekelijks door een groot levensmiddelenbedrijf aangeboden reclame-artikel. Gekscherend vaak gebruikt voor een aardig (snoeperig) meisje

Zondagsteek houdt geen week

Werk niet op Zondag, het brengt geen voordeel

De donderdag is de dief van de week

Als het donderdag is geweest, is de week weer zo voorbij

Kneed de klei wanneer ze week is

Maak gebruik van de gunstige gelegenheid

Kneedt de klei wanneer ze week is

Hetzelfde als: Smeedt het ijzer als het heet is, d.i. neem de gelegenheid waar wanneer zich die voordoet. Mogelijk ook gebezigd t.o.v. de opvoeding van kinderen en dan hetzelfde als: Jong rijs kan men...
Lees meer

een zondagssteek houdt geen week

op het werk dat je 's zondags doet rust geen zegen.

Een zondagssteek houdt geen week

Op de arbeid die men op zondag verricht, rust geen zegen

Zo week als boter zijn

Zich gemakkelijk laten leiden

Zo week als een ei

Bijzonder week

Een zondagssteek - houdt geen week

Deze zegswijze houdt verband met de sabbatsrust, de zondagsheiliging, Ze bedoelt: werk dat op zondag wordt gedaan, kan niet vruchtdragend zijn

Hij is zo week als boter

Hij laat zich gemakkelijk ompraten

Na de andere week komen er veel mooie dagen

Men moet een belangrijke zaak niet steeds uitstellen

Men moet de klei kneden, als ze week is

De gebreken moeten in de jeugd uitgeroeid worden; in de jeugd moet het karakter gevormd worden

Om de haverklap

Aanhoudend

Zijn boontjes op iets te week leggen

Vast op iets rekenen; ook wel: met het oog daarop zijn maatregelen nemen