Op de mik staan

Op het punt zijn iets te doen

Tik noch mik te doen

Geen de minste beweging maken

De hele mikmak

Ontleend aan Ofra.: micmac, dat reeds in de 17de eeuw bekend was, doch weer aan het Nederlands schijnt te zijn ontleend. Vercouille noemt het een reduplikatie met ablaut van de stam van ‘maken’ in ong...
Lees meer

Het mikpunt zijn

Ontleend aan de schijf bij schietoefeningen. Overdrachtelijk kan men bijv. het mikpunt zijn voor de spotternijen of plagerijen van anderen

Te hoog mikken

Ontleend aan het schieten met pijl en boog of vuurwapen. Overdrachtelijk voor: iets willen bereiken, dat niet binnen het bereik ligt, te veel willen

Hij is binnen mikken

Hij hoeft niet meer te werken voor zijn geld

Hij is binnen mikken

Hij is geborgen, hij heeft zijn schaapjes op het droge

Uitkomen gelijk ene spurrie met een miksken

Niets op elkaar lijken

Hij weet van kikken noch mikken

Hij weet van niets

Zonder denken spreken is zonder mikken schieten

Denk goed na voordat gij iets begint

De ziekten van rijke lieden en de pannekoeken van armen mikt men ver

Als een rijke ziek is of een arme enig genot smaakt, heeft iedereen er de mond van vol

De ziekten van rijke lieden en de pannekoeken van armen mikt men ver

Ook: Rijkmans ziekte en armmans gebraad. Lopen gauw op straat